25 januari 2024

Vervolg Zorgmodule Preventie Voetulcera

Kansen en uitdagingen voor preventieve voetzorg

Volgens de verduidelijking van de basisverzekerde zorg komen sinds januari 2023 ook andere aandoeningen naast diabetes mellitus in aanmerking voor preventieve voetzorg ter voorkoming van voetulcera. Deze verduidelijking van de basisverzekerde zorg biedt kansen nog meer mensen te helpen bij het voorkomen van wonden aan hun voeten. De toenemende zorgvraag houdt helaas geen gelijke tred met de instroom van gekwalificeerde voetzorgverleners, waardoor de toegankelijkheid van de voetzorg de komende jaren steeds verder onder druk zal komen te staan. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, kunnen we de hulp van alle voetzorgverleners bij het bieden van (preventieve) voetzorg nu en in de toekomst goed gebruiken.

Dringend behoefte aan duidelijkheid

Bij patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars bestaat dringend behoefte aan duidelijkheid over de invulling van preventieve voetzorg. De Zorgmodule Preventie Voetulcera geeft zorgverleners een onderbouwde leidraad voor hun professioneel handelen en biedt zorgverzekeraars een handvat voor het inkopen van kwalitatief goede en veilige basisverzekerde preventieve voetzorg voor hun verzekerden. De hoogste tijd om nu vaart te maken met de afronding van deze Zorgmodule.

Toetssteen: ‘zorg die huisartsen en medisch specialisten professioneel juist achten’

Spijtig genoeg lukt het tot op heden niet om samen met alle voetzorgpartijen tot een gedragen versie van de Zorgmodule Preventie Voetulcera te komen. Desgevraagd geven het Zorginstituut en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) aan dat ze geen rol voor zichzelf zien weggelegd bij het doorbreken van de ontstane impasse. In hun toelichtende brief beschrijven het Zorginstituut en de NZa de voorwaarden waaronder voetzorgverleners onderdelen van de preventieve voetzorg kunnen leveren en declareren. Volgens het Zorginstituut en de NZa geldt als belangrijke voorwaarde dat “andere zorgverleners de zorg leveren op een wijze die huisartsen en medisch specialisten professioneel juist vinden”. Voor beroepsgroepen die deze duidelijkheid nog niet hebben gekregen, is het zaak hun competenties te laten toetsen en erkennen door huisartsen en medisch specialisten. Op grond van deze erkenning kan vervolgens overeenstemming worden gevonden tussen de betrokken partijen over ieders positie binnen de preventieve voetzorg. Nadat beide voorwaarden zijn ingevuld kunnen ook deze beroepsgroepen hun aangewezen plek krijgen binnen de Zorgmodule Preventie Voetulcera. 

Vervolg Zorgmodule Preventie Voetulcera

Ondertussen gaan de voetzorgpartijen (NBOT, NVOS Orthobanda, NVvP en ProVoet) - waarvan de competenties door huisartsen en medisch specialisten zijn erkend - verder met de afronding van de Zorgmodule Preventie Voetulcera. De betreffende partijen blijken elkaar goed te kunnen vinden op de inhoud van de preventieve voetzorg. De verwachting is dat overeenstemming over de preventieve voetzorg tussen de beroepsgroepen van podotherapeuten, medisch pedicures en orthopedisch schoentechnologen daarmee onder handbereik ligt. Op grond daarvan verwachten we dan ook op korte termijn de gewenste duidelijkheid te kunnen bieden aan patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars. We blijven daarbij streven naar een zo breed mogelijk gedragen versie van de Zorgmodule waarin patiënten het uitgangspunt vormen en kwaliteit, patiëntveiligheid en zorgvuldigheid voorop staan.