20 maart 2018

Interview met ProVoet’s 'oudste' lid

Het is 1946 als de dan 19-jarige Wim Onstenk lid wordt van Algemeen Nederlandse Organisatie voor Voetverzorging (ANOV), een voorloper van ProVoet. Nu, 71 jaar later, pedicuurt hij niet meer, maar volgt hij alles nog ‘op de voet’. Zo’n trouw lid hoor je in het zonnetje te zetten en daarom reisde Ron met bloemen en wijn af naar Borculo.

Onstenk en zijn vrouw wonen boven hun oude schoenenzaak. “De schoenenwinkel is mijn opa begonnen in 1879. Mijn vader nam het over en sinds mijn twaalfde werkte ik bij hem in de winkel. Zo leerde ik het vak van schoenmaker. Later ook orthopedisch schoenmaker.” Om de klanten zo goed mogelijk te helpen met hun voeten en zo compleet mogelijk te zijn in het aanbod, leert hij ook voor pedicure. Hij volgt de opleiding in Enschede. Mevrouw Onstenk heeft al het lesmateriaal en de toetsen bewaard in een mooie leer gebonden map. En zo lezen we dat hij examen deed op 2 september 1946. Hij was de eerste pedicure in Borculo. “Op woensdagmiddag hield hij praktijk in een kamer achter de winkel. Moeilijke voeten, dat deed hij het liefste”, vertelt mevrouw Onstenk.

“Het pedicure vak lijkt meer medisch geworden als ik dat zo in de Podopost zie”, zegt Onstenk. “En de technieken en apparatuur maken ook de nodige ontwikkelingen door. Ik deed weinig machinaal, meer met het mesje.” Dan haalt zijn vrouw zijn pedicure set tevoorschijn. Een eigengemaakte etui met oude instrumenten. “Overal ging dit mee naar toe, zelfs op vakantie had hij zijn pedicure set mee, je wist maar nooit waarvoor het handig kon zijn.” Onstenk leest de Podopost nog graag om een beetje op de hoogte te blijven. “We voelen ons toch nog verbonden met de voeten” vertelt mevrouw Onstenk, zelf ook pedicure, maar nooit praktiserend. “Hij kijkt nog altijd gelijk naar iemands voeten, hoe ze lopen. Slechte schoenen kon hij dan ook niet verkopen in de winkel. Beter er niet aan verdienen dan iemand slechte schoenen verkopen.”

De schoenenwinkel staat nu leeg. En achter de winkel is nog de kamer waar Onstenk praktijk hield. En jaren geleden na het bezoek van zijn laatste cliënt heeft hij zo de deur achter zich dichtgetrokken. In de hal, die als wachtkamer dienst deed, hangen zijn witte jassen aan de kapstok. En de kamer zelf is een waar museum. Een oude leren pedicurestoel op een verhoging, licht roestende instrumenten ernaast, aangebroken potjes nagellak en een metalen medicijnkastje met oude bruine potjes verraden de activiteit die hier ooit plaatsvond. Wat heeft dit beroep toch grote sprongen gemaakt.